Deze maand

Zielsverwanten #2 Han Schröder

Ons jaarthema voor 2024 is Jakoba Mulders Zielsverwanten. Het thema is een verwijzing naar Jakoba Mulder (1900-1988), een belangrijke architect en stedenbouwkundige die een grote rol speelde in de ontwikkeling en uitbreiding van de stad Amsterdam. Mulder is het ijk- én vertrekpunt voor het thema van dit jaar. Zielsverwanten verwijst naar haar vrouwelijke tijdgenoten, maar ook haar hedendaagse vrouwelijke collega’s. Op onze website lichten we iedere maand een zielsverwant uit. Deze maand schenken we aandacht aan architect en interieurontwerper Han Schröder. Zij is de tweede vrouwelijke architect, na Jakoba Mulder, die zich als architect mocht inschrijven bij het Nederlandse architectenregister. 

Han Schröder, werd in 1918 in Utrecht geboren als dochter van Truus en Frits Schröder. Toen zij vijf jaar was overleed haar vader en haar moeder kreeg een relatie met de beroemde architect en ontwerper Gerrit Rietveld. Samen ontwierpen zij het iconische Rietveld Schröderhuis in Utrecht, waar Han het grootste deel van haar jeugd opgroeide. 

Levensloop

Ze herinnert zich als jong meisje de interessante gesprekken tussen haar moeder, Rietveld en belangrijke ontwerpers die het huis bezochten. Hierdoor ontwikkelde ze al op jonge leeftijd een grote interesse in de ontwerppraktijk. Toen Truus Schröder samen met Rietveld een ontwerpbureau startte op de begane grond van hun huis, mocht Han vaak meehelpen. Zo kreeg ze als achtjarig meisje al de opdracht om uit te zoeken hoe je multiplex zonder machinale kracht kan buigen. Daaruit resulteerde Rietveld’s beroemde beugelstoel, die later ook de houten meubels van Alvar Aalto beïnvloedde.

Als tiener deed ze, naast haar rol als assistent van Rietveld, ervaring op tijdens haar training bij meubelmaker Gerard van Groenekan. In 1936 was haar interesse in de ontwerppraktijk zo gegroeid dat ze besloot om architectuur te gaan studeren in Zürich waar ze in 1940 afstudeerde. Door de Tweede Wereldoorlog keerde ze na haar studie niet direct terug naar Nederland, maar nam verschillende banen aan in Portugal en Londen. In deze periode vraagt Siegfried Giedion haar ook om te helpen bij het bewerken van zijn boek Space Time and Architecture. Dit werd uiteindelijk een van de invloedrijkste architectuurboeken van de twintigste eeuw.

Ze vertrouwen een vrouw de bouw van een groot project niet toe; bouwen is geen vrouwenwerk vinden ze. Het enige dat je dan bij de gratie mag doen, is het bouwen van jeugdhuizen en dergelijke. Want daar staat een vrouw dichter bij, zeggen ze.

Na de Tweede Wereldoorlog keerde Han terug naar Nederland, waar het nog niet zo makkelijk is om als vrouw een baan te vinden bij een architectenbureau. Ze begon daarom met een baan bij het Stedelijk Museum Amsterdam waar ze verschillende tentoonstellingen organiseerde, waaronder de bekende tentoonstelling over Le Corbusier in 1947. In 1949 werkte ze een periode voor Rietveld en droeg bij aan vele projecten, waaronder het Sonsbeek paviljoen in Arnhem.

In 1954 begon ze voor zichzelf als architect en interieurontwerper en een van de eerste opdrachten die ze kreeg was het bouwen van een huis voor haar broer Binnert in Hattem. Haar expertise lag in het ontwerpen van kleine ruimtes en het optimaliseren daarvan door middel van schuivende elementen. Het huis van haar jeugd is hierin een duidelijke inspiratiebron. Zo ontwierp ze een woningcomplex voor gepensioneerde wijkverpleegsters in Austerlitz met schuifwanden om privéruimtes en gemeenschappelijke ruimtes af te kunnen wisselen. Ze kreeg hier veel complimenten over van de vrouwen die er uiteindelijk kwamen wonen. In 1964 besloot ze nog een andere droom na te jagen; ze verhuisde naar de Verenigde Staten. Aanvankelijk werkte ze daar bij een architectenbureau, maar haar ontwerp suggesties werden veelal genegeerd, omdat ze haar niet serieus namen. Dus begon ze een carrière als docent interieurarchitectuur aan verschillende hoog aangeschreven instituten zoals Parsons School of Design en New York Institute of Technology. Dit heeft ze tot haar pensioen gedaan.

Als vrouw in de bouw

In een interview in de Trouw uit 1959 vertelt ze hoe het was om architect te zijn in een door mannen gedomineerde ontwerpwereld. Ondanks de tegenslagen wist zij zelf heel goed wat haar talenten en kwaliteiten waren en lukte het haar toch vaak om haar mannelijke collega’s hiervan te overtuigen. Op humoristische wijze blikt ze terug op verschillende situaties op de bouwplaats waar ze zichzelf moest bewijzen. Zo was er een glasplaat dat nog op het juiste formaat gezaagd moest worden. Op een overdreven manier verplaatste ze het glas, pakte een zaag en zaagde er een stuk vanaf. De mannelijke bouwers stonden met open mond te kijken. Vanaf dat moment namen ze haar wel serieus.

Ik zeg dat er iets zo en zo moet gebeuren, en dan is er steevast wel een mannetje dat zegt: “Dat kan niet, dat is niet uit te voeren.” Het enige wat ik dan doe is dit: ik neem zelf zaag, hamer, bijtel of wat dan ook ter hand, en ga het voordoen.

Om een goede architect te zijn, zegt Han, is het belangrijk om een huis te ontwerpen dat over 50 jaar nog steeds een goed huis is. Als progressieve vrouw zegt ze dat architecten voorbij moeten aan wat de huisvrouw wil, omdat die alleen kijken vanuit het perspectief van wat zij op dat moment kennen.

Had Han Schröder toen al in de gaten wat voor grote verschuivingen er zouden ontstaan op het gebied van wonen en de plaats van de vrouw?

Bronnen:

Rixt Hoekstra, "Jong geleerd, oud gedaan?", website Centraal Museum.

'She Builds' Podcast, episode on Han Schröder.

"Hannie Schröder: architecte, Leerlinge van Rietveld", Trouw, 25 september 1959.

Huis voor Binnert Schröder, Jan Versnel, Maria Austria Instituut Amsterdam

Wooncomplex voor gepensioneerde verpleegsters “Meijenhaghe”, 1962, IAWA Special Collections